Het is een zonnige zaterdagochtend. Ik ben de ontbijttafel nog aan het afruimen als Ryan binnenstapt. Er is een oproep uit de bush gekomen. Zes dagen geleden zijn de weeën begonnen, maar de bevalling niet door. Of ik direct mee kan komen. Ik twijfel geen moment, laat de boel de boel en sprint naar het vliegveld. Daar laden mijn collega’s volle tassen met medisch materiaal in. We zetten koers richting de landingsbaan van Sahakevo, een korte grasstrook die tien jaar geleden door MAF is aangelegd. De vrouw in barensnood wordt op een zelfgebouwde stretcher van haar woonplaats naar diezelfde landingsbaan gedragen. Een barre tocht van vier uur.

Word onderdeel van de komende dertig jaar hulpverlening en zending in Madagaskar.
Doneer een onderdeel voor een nieuw vliegtuig voor Madagaskar.

Midden in de bush

We landen midden in de bush. Daar worden we al opgewacht door een ongeruste groep mensen. In mijn tijd als verloskundige in Nederland werd ik vaak ontvangen in een schoon en fris huis. Hier is geen huis, geen bed en zelfs geen tafel bij de landingsbaan te bekennen. In de beschutting van de dichtstbijzijnde boom ligt Clarice. Haar ogen staan helder, ondanks dat ze al een week bezig is om haar eerste kindje op de wereld te brengen. “Zondag begonnen de eerste weeën en sinds dinsdag is het hoofdje van de baby al zichtbaar”, vertelt ze. Als we Clarice onderzoeken, zien we inderdaad het hoofdje al voor een stukje. We proberen ter plekke of we de baby met een aantal extra handelingen geboren kunnen laten worden. Ik luister ondertussen naar het hartje van de baby. Geen harttonen. Een kwartier later is de baby nog niet geboren. Er lijkt geen beweging in te zitten. Een keizersnede is de enige optie die overblijft. Maar waar gaan we dit doen? Hier, tussen de koeienvlaaien, is geen optie.  

Wankele kano

Dan blijkt, na wat rondvragen, dat er in een dorpje verderop een kleine kliniek is, met een verpleegkundige. Het is ongeveer een half uur lopen. We kijken elkaar aan. Dit betekent dat we vandaag niet meer terug naar huis kunnen vliegen. Geen twijfel mogelijk. Dat moet dan maar. Bepakt en bezakt lopen we in een kleine stoet richting het volgende dorp. Bij de rivier stappen we in een wankele kano voor de oversteek. Het natuurschoon staat in schril contrast met de reden van onze tocht. De hele tocht heeft Clarice hevige pijn, maar houdt zich ongelooflijk sterk.  
 
Openlucht-OK 
Als we aankomen bij de kliniek begint het al te schemeren. Binnen is het pikdonker, omdat er geen elektriciteit is. Een zware, zure geur dringt onze neus binnen. Ik sla mijn handen voor mijn neus. Aan de achterzijde van de kliniek ontdek ik een kleine veranda die nog net de laatste zonnestralen van de dag oppikt. Licht! En, belangrijker nog, frisse lucht. De openlucht-OK wordt gereedgemaakt. We leggen Clarice voorzichtig op de operatietafel, waar de anesthesist een doeltreffende ruggenprik zet. Dokter Uwe Hasenpusch neemt de scalpel in zijn hand. Onbewust houden we onze adem in.  

Te laat?

Dan wordt er, verdrietig genoeg, een levenloos jongetje geboren. Het is stil. We zijn te laat. Een golf van moedeloosheid spoelt over ons heen. Maar we nemen een hap lucht en komen boven. Er is nog een leven om voor te vechten. Dat ligt in Gods handen, en wij dragen daar nu de medische verantwoordelijkheid voor. Routinematig volgen we alle stappen. Bloed, ademhaling, hartslag. We wachten tot de baarmoeder samentrekt. Dit is nodig om het bloedverlies te beperken. Het lichaam reageert niet. Verschillende medicijnen, geven niet het gewenste effect. Er moet wat gebeuren. Clarice heeft nú een bloedtransfusie nodig. Maar hoe?  
 
‘Bloedverwant’ 
Dan blijkt dat Clarice en ik dezelfde bloedgroep hebben. Binnen no time zit ik zelf op de geïmproviseerde operatiekamer met een naald in mijn rechterarm. Het is inmiddels aardedonker geworden. Met hoofdlampjes en mobiele telefoons schijnen we bij om nog iets te kunnen zien. Ondertussen stroomt mijn bloed in een zak, die wordt doorgegeven aan Clarice en dat heeft direct effect. De baarmoeder reageert. Dokter Uwe hecht de wond dicht en rondt de operatie succesvol af.  
 
Kans 
Het is al laat op de avond. We zijn uitgeput. Een vriendelijk vrouw in het dorp stelt haar huis voor ons open en daar pakken we een paar uurtjes slaap. ’s Ochtends vroeg wandelen we terug naar de kliniek om nog even bij Clarice te kijken. Ze is goed wakker. We helpen haar overeind en met ondersteuning van haar moeder loopt ze een klein stukje. Wat een wilskracht heeft deze vrouw. Zij redt het wel. We dragen de zorg over aan de kliniek en lopen daarna stil de weg terug naar ons vliegtuig. Diep in gedachten verzonken. Bedroefd dat Clarices zoontje geen kans heeft gekregen om op te groeien. Dit verlies zal zij haar hele leven met zich meedragen. Tegelijkertijd zijn we dankbaar. Dat we er konden zijn om het leven van deze krachtige vrouw te redden. 

Wouter en Marlies Nagel wonen, met hun kinderen Mirthe en Thamar, in Madagaskar. Wouter werkt er als MAF-piloot. Marlies zet zich, naast de zorg voor het gezin, op vrijwillige basis in als verloskundige en op gebied van moeder- en kindzorg. 392 op de 100.000 vrouwen in Madagaskar overleeft de bevalling niet.

We zijn hard aan het sparen voor het nieuwe vliegtuig. Help jij ons mee?